Dennenschors gebruiken in de tuin: zo werkt het

Je hebt eindelijk dat mooie tuinplan op papier, maar nu sta je met een kruiwagen vol chaos en onkruid. Geen paniek! Er is een simpele, geurige en natuurlijke oplossing die je tuin er in no-time strak én verzorgd uit laat zien: dennenschors. Het is niet alleen mooi, maar ook nog eens superhandig. Hier lees je hoe je het gebruikt.

Wat is dennenschors en waarom wil je het in je tuin?

Dennenschors klinkt misschien als iets dat uit een bos sprookjes komt, maar het is eigenlijk gewoon de bast van naaldbomen – meestal van de grove den. Deze schors wordt in stukjes gehakt en gebruikt als bodembedekker. En eerlijk is eerlijk: het ziet er meteen gezellig uit. Alsof je tuin net een dagje wellness heeft gehad. Maar het doet meer dan er leuk uitzien.

Dennenschors beschermt de bodem tegen uitdroging, voorkomt dat onkruid alle ruimte pakt, en werkt isolerend in de winter. Zo blijven je planten blij, je aarde vochtig en je humeur stabiel – zelfs als het buiten stormt. Daarnaast breekt de schors langzaam af en voedt hij je bodem. Handig toch?

Wil je zelf aan de slag? Dan is dennenschors echt een aanrader. Strooi het tussen planten, rond bomen of in bloemperken. Zorg dat je een laag van zo’n 5 tot 8 centimeter aanbrengt voor het beste effect. Te dun en het onkruid lacht je uit, te dik en je planten krijgen het benauwd. Even de juiste balans zoeken dus!

Zo bereid je de ondergrond goed voor

Voordat je in het wilde weg schors begint te strooien alsof het confetti is, moet je even de basis op orde brengen. Begin met het verwijderen van onkruid. Echt, trek dat spul er met wortel en al uit, want anders groeit het gewoon dwars door je mooie schorslaag heen. En dan sta je alsnog elke week op je knieën te wieden, wat niet de bedoeling is.

Daarna maak je de aarde wat losser met een hark of schep. Een luchtige bodem is beter voor je planten én voor de werking van de schors. Je kunt eventueel compost of mest toevoegen als je dat nog wilde doen – dit is je moment. Als je dat achteraf probeert, zit je namelijk lekker te graaien door de schors heen. Niet zo handig.

Tot slot: egaliseer het oppervlak. Gebruik een hark om alles vlak te maken. Geen kuilen, geen hobbels, gewoon een nette ondergrond. Zo ligt de schors straks strak en zakt het niet meteen weg in een of ander miniatuur ravijn. Je legt tenslotte geen junglepad aan, maar een stijlvolle bodembedekking waar je tuin jaloers op wordt.

Hoe je schors aanbrengt als een echte tuinpro

Oké, je hebt je zakken schors, je bodem is klaar en je staat met tuinhandschoenen aan vol goede moed in je tuin. Tijd om te strooien! Begin met het uitscheppen van de schors uit de zakken of big bag. Gebruik een schep, emmer of gewoon je handen (handschoenen aanbevolen, tenzij je van splinters houdt).

Verspreid de schors gelijkmatig over het oppervlak. Denk aan een laag van 5 tot 8 centimeter. Te dun betekent dat het onkruid alsnog feest viert. Te dik zorgt ervoor dat lucht en water je planten niet meer goed bereiken. Spreid dus met liefde en aandacht. Neem de tijd, dit is het moment dat je tuin echt begint te shinen.

Werk systematisch. Begin achterin en werk naar voren, zodat je niet per ongeluk door je eigen werk heen loopt. Na het strooien kun je met een hark de bovenlaag nog even lichtjes gladstrijken. Voilà – je tuin ziet eruit alsof er een tuinarchitect is langs geweest, terwijl jij het gewoon zelf gedaan hebt. Trots zijn mag.

Tips om langer plezier te hebben van je schorslaag

Je tuin ligt er prachtig bij, maar om het zo te houden, zijn er nog een paar dingen waar je op kunt letten. Schors verteert namelijk langzaam. Dat is top voor je bodem, maar het betekent wel dat je om de zoveel tijd wat moet bijvullen. Eén keer per jaar even controleren en waar nodig aanvullen is genoeg. Zie het als de jaarlijkse APK voor je tuinbedekking.

Als je katten hebt of in een buurt woont waar buurtkatten je tuin als toilet zien – dan kun je overwegen om grove schors te gebruiken. Katten vinden het niet fijn aan de pootjes, dus ze mijden het liever. Probleem opgelost zonder dat je erge geurtjes hoeft te trotseren of in gekke houdingen hoeft te jagen op ongewenste bezoekjes.

En tot slot: gebruik randen of boordstenen om de schors op zijn plek te houden. Zeker bij wind of hellende stukken kan het anders gaan zwerven. Een nette rand zorgt ervoor dat de boel blijft waar het hoort. Zo hou je het strak, verzorgd én functioneel – net zoals je tuin bedoeld is.